Jaarverslag 2016

Huisvesting statushouders

Als gemeente hebben we een wettelijke taak, op basis van de Huisvestingswet, om vergunninghouders te huisvesten. Dit zijn mensen uit het buitenland die in Nederland asiel hebben aangevraagd en een verblijfsvergunning hebben verkregen. Door het rijk wordt elk half jaar een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten vergunninghouders. Het COA heeft de verantwoordelijkheid om deze taakstelling uit te voeren, in samenwerking met de gemeenten. De halfjaarlijkse taakstelling wordt gebaseerd op de instroom van vergunninghouders en prognoses die daaromtrent worden opgesteld. Een vergunninghouder moet binnen 14 weken na aanmelding een passende woning aangeboden krijgen, met daaraan gekoppeld een traject om uitkering, onderwijs en inburgering te organiseren. De gemeente voert de regie op dit traject. Huisvesting gebeurt door de woningcorporaties, begeleiding van de individuele vergunninghouders gebeurt in onze gemeente door vrijwilligers van Humanitas. Door de politieke instabiliteit in een aantal landen (zoals Syrië,  Somalië, Libië) is de halfjaarlijkse taakstelling de afgelopen paar jaar toegenomen.
De samenwerking met de betrokken partijen in onze gemeente is goed, maar we merken dat het door de oplopende taakstelling wel steeds wat lastiger wordt om deze te behalen.  We blijven dit goed monitoren en zullen ook actief deelnemen aan initiatieven om de procedures te stroomlijnen, te kijken of we het huisvestingsaanbod kunnen vergroten en of we met andere gemeenten in de regio nog beter kunnen samenwerken. We sluiten hierbij aan bij de Vereniging Groninger Gemeenten (VGG) en het programma Blijvend Thuis van het rijk.

Waaraan moet de gemeente voldoen?

De taakstelling voor 2016 bedroeg het huisvesten van  508 personen (236 voor het eerste half jaar en 272 voor het tweede half jaar 2016). Daarbij hadden we nog een achterstand weg te werken uit het jaar 2015. Dit waren 46 te huisvesten statushouders. In totaal dienden we dus 554 personen te huisvesten. Uiteindelijk hebben we in 2016 531 personen gehuisvest. We zijn in 2016 dus met een achterstand geëindigd van 23 personen. Omdat in het eerste half jaar de huisvesting van vergunninghouders niet conform de taakstelling ging, hebben we in het 2e half jaar een stevig traject ingezet om in samenhang met corporaties en Humanitas te komen  tot een versnelling van de opgave. Dit heeft goed resultaat gehad, want in het tweede half jaar 2016 hebben we bijna een verdubbeling van de taakstelling gehaald ten opzichte van het 1e half jaar, te weten 185 gehuisveste personen versus 346 personen. De taakstelling voor het 1e half jaar 2017 is behoorlijk naar beneden gegaan (152 voor het eerste half jaar) en we denken deze taakstelling te kunnen realiseren aan het einde van het half jaar 2017, inclusief het wegwerken van de achterstand van 23 personen uit 2016.

Wat zijn de verbeterpunten?

Op zich zijn we tevreden over het behaalde resultaat in 2016 als het gaat om huisvesting. Wel willen we dat niet alleen de woningcorporaties, maar ook grotere particuliere kamerverhuurders deze doelgroep meer gaat huisvesten. Daarnaast zijn we van mening dat huisvesting, zij het een relevant, onderdeel is van het hele traject dat van belang is voor een vergunninghouder om op een prettige en goede manier in onze stad te kunnen wonen. De samenhang van deze keten is naar onze mening voor verdere verbetering vatbaar.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

In het tweede deel van 2016 hebben we particuliere kamerverhuurders gevraagd om ook vergunninghouders te huisvesten. Daar hebben sommigen positief op gereageerd, maar dit heeft nog niet tot grote aantallen gehuisveste vergunninghouders geleid. Daar willen we in 2017 wel concrete uitvoering aan geven. Gezien het woningaanbod van deze verhuurders richten we ons daarbij vooral op de jonge alleenstaande vergunninghouders. Met oog op de totale keten van integratie, hebben we met het programma VAS (vluchtelingen, asielzoekers en statushouders) een samenhangend programma opgezet om inburgering te optimaliseren. Naast huisvesting zijn taal, werk, onderwijs en kennis van onze cultuur relevante aspecten.  In 2017 willen we het ingezette programma van 2016 voortzetten.