Jaarverslag 2016

Hoofdstuk 6: Balans

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemeen
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Grondslagen voor waardering en resultaat
De waarderingsgrondslagen van de jaarrekening van de gemeente Groningen zijn gebaseerd op het BBV en vastgelegd in de Financiële Verordening. De activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd. Voor de jaarrekening is het lasten-batenstelsel gebruikt. Dat betekent dat we lasten en baten hebben toegerekend aan het jaar waarin de diensten of goederen zijn geleverd. Winsten worden alleen in aanmerking genomen als ze gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s die hun oorsprong hebben in het boekjaar, worden opgenomen als zij bekend zijn geworden voor opstelling van de jaarcijfers.

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn te onderscheiden in:

  • Kosten sluiten geldleningen
  • Kosten onderzoek en ontwikkeling
  • Bijdragen in activa van derden

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verstrekte bijdragen (bijdragen in activa van derden) dan wel de directe kosten en rente (plankostenkredieten).
Op de bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingstermijn is dezelfde als die wordt gehanteerd voor soortgelijke eigen materiële activa.
Op plankostenkredieten van voorgenomen grondexploitaties wordt niet afgeschreven. Op het moment dat de raad (na maximaal vijf jaar) tot een grondexploitatie besluit worden de plankosten ingebracht in de desbetreffende grondexploitatie. Als er geen grondexploitatie komt wordt het actief afgeboekt ten laste van het resultaat.

Materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief en verminderd met afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Deze duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat van een boekjaar in aanmerking genomen.

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. De materiële vaste activa zijn naar de volgende categorieën in te delen:

  • Activa met een economisch nut;
  • Activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (heffings-gerelateerd economisch nut);
  • Activa in de openbare ruimte met meerjarig maatschappelijk nut.

Activa met een economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden.
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen registratiewaarde gewaardeerd.

Overige investeringen met economisch nut
Op de activa met een economisch nut wordt afgeschreven. Behoudens enkele uitzonderingen wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingsduur is bepaald op de verwachte economische levensduur en is per soort activa in de Financiële Verordening vastgelegd.

Uitgezonderd van lineaire afschrijving zijn:

  • Investeringen in publieke parkeervoorzieningen (gesloten financieringsstructuur)
  • Investeringen met een specifieke (rijks)regelgeving

Deze investeringen worden annuïtair afgeschreven.

Overige bijzonderheden ten aanzien van de afschrijving:

  • In alle gevallen gaat de afschrijving in vanaf de maand volgend op de maand van ingebruikname.
  • Bij publieke parkeergarages en gebouwen die behoren tot het kernvastgoed wordt rekening gehouden met een restwaarde.
  • Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

Activa met heffing gerelateerd economisch nut
Dit betreft investeringen in riolering, inzameling van huishoudelijk afval en investeringen voor activiteiten waarop begraafrechten kunnen worden geheven.

Op activa met heffing gerelateerd economisch nut wordt lineair afgeschreven met uitzondering van de investeringen in (aanleg) riolering; deze worden conform de Financiële Verordening annuïtair afgeschreven.

Activa met meerjarig maatschappelijk nut
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het actief lineair afgeschreven zoals vastgelegd in de Financiële Verordening.

Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De waardering is gebaseerd op de historische kostprijs c.q. aanschafprijs, verminderd met - voor wat de geldleningen betreft - de aflossingen op de geldleningen. Indien de marktwaarde van een financieel vast actief duurzaam lager is dan de aanschafwaarde vindt afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats. Bij (dreigende) oninbaarheid van leningen wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de lening.
Op deelnemingen en effecten wordt niet afgeschreven. De werkelijke waarde kan afwijken van de nominale waarde.

Vlottende activa

Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs.
Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijging- of vervaardigingsprijs worden de voorraden gewaardeerd tegen de marktwaarde. De waardevermindering wordt gerealiseerd door de vorming van een verliesvoorziening (grondexploitatie), of voorziening voor incourantheid, die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de voorraad.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken). Rente op grondexploitaties wordt geactiveerd en is daarmee ook onderdeel van de vervaardigingsprijs.
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. De waardering op enig moment geeft daarmee de minimaal nog te verwachten opbrengst weer.

Vorderingen <1 jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht. Volgens de gekozen beleidslijn wordt er voor de vordering op openbare lichamen geen voorziening getroffen. Inzake het saldo “overige debiteuren” wordt op basis van de ouderdomsanalyse een percentage van de hoofdsom als voorziening berekend.

Liquide middelen en overlopende activa

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Eigen vermogen
Reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorzieningen
Volgens het BBV mag er een voorziening worden gemaakt in deze vier gevallen:

  • Er zijn verplichtingen en verliezen waarvan de hoogte op de balansdatum niet zeker is, maar die wel redelijk ingeschat kunnen worden;
  • Er zijn op de balansdatum risico’s die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de hoogte al redelijk in te schatten is;
  • Er zullen kosten worden gemaakt in een volgend begrotingsjaar. Hiervoor mag een voorziening worden gevormd als het maken van die kosten zijn oorsprong mede in het huidige of in voorafgaande begrotingsjaren vindt en de voorziening is bedoeld om de lasten gelijk te verdelen over een aantal begrotingsjaren;
  • Er worden bijdragen verstrekt aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

Vaste schulden > 1 jaar
Onder vaste schulden worden verstaan de schulden met een rente typische looptijd van langer dan 1 jaar. De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke waarde verminderd met de aflossingen.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.