Jaarverslag 2016

Risico's

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2017-2020 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld 20 miljoen euro. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de rekening 2016 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee in 2017 op 3 miljoen euro, in 2018 op 4 miljoen euro en in de jaren 2019 en 2010 op 3 miljoen euro. Het risico loopt  in 2018 op omdat het risico bedrag in 2018 ten opzichte van 2017 toeneemt met 3,5 miljoen euro. Daarnaast verwachten we op de vastgoed bezuiniging in 2017 500 duizend euro meer te realiseren dan in 2018. Dat komt met name door de verwachte  incidentele realisaties in 2017.  De kans in totaal is 100% omdat de kans van optreden per maatregel is bepaald.  Dit is conform de werkwijze van de risicoboxenmethode.

Risicobedrag 2017

3 miljoen euro

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

4 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

3 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

3 miljoen euro

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

 We sturen actief op realisatie van de maatregelen

Naam risico  

Vennootschapsbelasting (Vpb) voor overheidsbedrijven

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft. Daar waar binnen de gemeente sprake is van het drijven van een onderneming, zal de Vpb-plicht gaan gelden. Het gaat dan om economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van die gemeentelijke onderdelen zal dan de fiscale winst moeten worden bepaald.
De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% Vpb worden betaald.
De gemeente Groningen heeft vorig jaar haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt. Daardoor hebben we ons risico neerwaarts bijgesteld. De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf, waar een fiscaal verlies wordt verwacht en van Meerstad waar een fiscale winst wordt verwacht.

Risicobedrag 2017

225 duizend euro

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

225 duizend euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

225 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

225 duizend euro

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

Vanaf medio 2014 is een traject ingezet in de vorm van een programma om te komen tot tijdige implementatie van de Vpb-plicht in de volle breedte van gemeentelijke processen. Het programma team heeft medio 2016 haar resultaten middels een collegevoorstel aan het college aangeboden. Het programmateam is vervolgens opgeheven en de taken zijn overgenomen door de lijnorganisatie.
Vanuit de lijnorganisatie wordt nu gewerkt aan het verder implementeren van de Vpb in de bestaande organisatie. Hiertoe zijn opleidingen gegeven, worden systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we tevens dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten.
Daarnaast hebben we samen met een externe fiscalist de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht.
Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. We trachten hiermee een bepaalde mate van zekerheid te krijgen over het uiteindelijke effect van de invoering van de Vpb voor overheidsondernemingen. Het plan van aanpak is erop gericht om eind 2016 klaar te zijn om een aangifte Vpb te kunnen doen.
Overigens dient wel opgemerkt te worden dat het gaat om nieuwe wetgeving voor de gemeente en dat landelijk nog overleg wordt gepleegd over de interpretatie van de wet. Hierdoor bestaat het risico dat gemaakte keuzes wellicht moeten worden herzien en de gevolgen voor de gemeente moeten worden bijgesteld.

Programma 1

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma 1

Werk en inkomen

Omschrijving

Op 22 december 2015 hebben de VNG en de bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao SW. In de begroting 2017 is met een cao-effect voor SW-personeel geen rekening gehouden. De indexatie van de lonen wordt gekoppeld aan de indexatie van het wettelijk minimumloon. De afspraak is gemaakt dat, als het kabinet de loon- en prijsontwikkeling doorgeeft aan de vakdepartementen, deze compensatie wordt doorgegeven aan gemeenten ter dekking van de hogere loonkosten. Een loonsverhoging van 1% heeft een financieel effect van ongeveer  300 duizend euro. Voor de periode 2017-2018 is daarom het risico geschrapt. Na 2018 is de situatie onzeker.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

300 duizend euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

300duizend euro

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

Berichtgeving Rijk afwachten

Naam risico  

Terugvordering BTW op reïntegratietrajecten

Programma 1

Werk en inkomen

Omschrijving

De btw op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het btw-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van btw op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de btw ten onrechte is verrekend met het btw-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2012-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa 2 miljoen euro. Ten opzichte van de vorige inschatting is het maximaal terug te betalen bedragh met 1 miljoen euro verlaagd omdat het jaar 2011 is verjaard zonder dat de belastingdienst daarin actie heeft ondernomen

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2017 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. 

Risicobedrag 2017

1,3 miljoen euro

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel 

1e signaleringsmoment

Actie

Wij zijn in gesprek met de belastingdienst

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma 1

Werk en inkomen

Omschrijving

De prognose van het tekort BUIG 2017 op grond van het voorlopige budget 2017 ( met toepassing van het aangepaste verdeelmodel) komt uit op 8,7 miljoen euro negatief. We verwachten dat het brutotekort verder zal toenemen met  1,4 miljoen euro omdat we bij de jaarcijfers over 2016 hebben geconstateerd dat de raming van de inkomsten vanwege terugvordering of verrekening moet worden bijgesteld. Het brutotekort in 2018 komt daarmee op 10,1 miljoen euro. Bij toepassing van de vangnetregeling verwachten we in 2018 een bijdrage van 1 miljoen euro. Het netto tekort komt daarmee op 9,1 miljoen. Op dit moment wordt gewerkt aan een actieplan om de gemeentelijke invloed op de uitgaven maximaal uit te nutten. Daarnaast wordt landelijk onderzocht hoe het komt dat veel grote gemeenten een groot herverdeel-effect op de uitkeringshoogte hebben. De resultaten van dit onderzoek worden betrokken bij het verbetertraject dat in opdracht van SZW wordt uitgevoerd. We gaan er van uit dat het risico op een tekort na 2017 kleiner is dan bij de begroting 2016.

Risicobedrag 2017

0

0

Risicobedrag 2018

 4,55 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

5 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

5 miljoen euro

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

Vanuit financieel oogpunt zijn we bezig te onderzoeken welke interventies in de beleid- en uitvoeringspraktijk mogelijk zijn om het bijstandsvolume en hiermee de bijstandsuitgaven structureel te verlagen. Mogelijke interventies worden op dit moment geïnventariseerd en verder onderzocht. Daarnaast vindt landelijk onderzoek plaats naar herverdeeleffecten op de uitkeringshoogte.

Programma 2

Naam risico  

Lening Euroborg

Programma 2

Economie en Werkgelegenheid

Omschrijving

De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen.

Risicobedrag 2017

7,51 miljoen euro

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

7,23 miljoen euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

6,95 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

6,65 miljoen euro

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de lening, loopt het risico jaarlijks terug. Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV.

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties

Programma 2

Economie en Werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.
De risico’s zijn met behulp van de boxenrisicomethode  gekwantificeerd. De minimale omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden in 2017 bedraagt 158,8 miljoen euro. Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. De uitkomst van de risicoboxensystematiek nemen we, conform de kadernota, geheel mee in onze bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, vandaar dat de kans op 100% wordt gesteld. De omvang van het risico is ten opzichte van voorgaand jaar gedaald met circa 28,7 miljoen euro. De verlaging komt vooral door  een verlaging van het risico bij de gehanteerde parameters (circa  10 miljoen euro) en een lager risico bij Meerstad door de overheveling van bovenwijkse voorzieningen naar de gemeente Groningen (circa 20 miljoen euro).
De verlaging van het risico bij de gehanteerde parameters ontstaat vooral door het verlagen van de opbrengstindexering bij bedrijventerreinen van 2% naar 1% en de het beperken van de opbrengstindexering bij grondexploitaties tot maximaal 10 jaar.

Risicobedrag 2017

158,8 miljoen euro

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

155,7 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

152,2 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

154,1 miljoen euro

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

De risicoboxenmethode is gebaseerd op het boxenmodel van de lopende grondexploitaties. Voor het bepalen van de noodzakelijke omvang van de egalisatiereserve zijn de in box III aangegeven risico’s van de lopende grondexploitatie relevant. Box III geeft inzicht in de risico’s van het project welke niet opgenomen zijn in de projectbegroting/grondexploitatie. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Programma 3

Naam risico  

Verkoop panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noordoost/West

Programma 3

Jeugd en onderwijs

Omschrijving

Uw raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Wij hebben in 2011 één van de percelen verkocht en één pand kreeg een voortgezet onderwijsgebruik. Het alsnog benutten van dit pand voor onderwijshuisvesting is gedaan om vanuit een breed perspectief de mogelijkheden optimaal te benutten en kosten te besparen. In 2015 is de Heinsiusstraat verkocht. Daarmee blijft alleen Travertijnstraat 12 nog over om te verkopen voor de dekking van dit risico.

De opbrengst van het pand aan de Travertijnstraat van 2,3 miljoeneuro  kan de komende jaren niet worden gerealiseerd, omdat dit pand voor een periode van 5 jaar wordt verhuurd aan stichting Backbone voor onder meer de huisvesting en begeleiding van jongeren. De huuropbrengst wordt gebruikt voor de instandhouding van het gebouw en de zakelijke lasten. De kapitaallasten zijn niet gedekt en de huuropbrengst levert de komende 5 jaar geen bijdrage aan de dekking van de kapitaallasten van de investering in de nieuwe vmbo-scholen. Deze optie is ontwikkeld voor het onderbrengen van het Backbone-initiatief en omdat de marktomstandigheden voor verkoop van het pand Travertijnstraat op dit moment minder gunstig zijn.

Risicobedrag 2017

129 duizend euro

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

129 duizend euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

129 duizend euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

129

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

In 2015 hebben wij het gebouw aan de Canadalaan verkocht. Dit gebouw stond niet op de oorspronkelijke lijst van panden voor de dekking van vmbo-scholen. Dit hebben wij gedaan vanwege het risico van het niet tijdig verkopen van Travertijnstraat. De verkoopopbrengst van de Canadalaan en die van de Heinsiusstraat is gedoteerd aan de reserve VMBO.

In 2016 hebben wij een gebouw aan de Helperwestsingel verkocht. We stellen uw raad voor ook deze opbrengst te doteren een de reserve VMBO. Na deze dotatie bedraagt de te realiseren verkoopopbrengst nog 2,1 miljoen euro hetgeen een resterend risico van  129 duizend euro structureel vanwege de jaarlijkse kapitaallasten betekent.

Zoals eerder aan uw raad gemeld willen we ook in de toekomst opbrengsten uit verkoop van onderwijspanden aan uw raad voorleggen als dekking van dit risico. Daarmee willen wij dit risico verkleinen dan wel weg werken.

Het gebouw aan de Travertijnstraat 12 is in gebruik gegeven aan Backbone tot 2020. Dat betekent dat een deel van het risico blijft bestaan tot Travertijnstraat 12 is verkocht. Dekking van de kapitaallasten wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk

Programma 4

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma 4

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Wij hebben omvangrijke bezuinigingen op de zorgkosten ingeboekt als gevolg van de decentralisaties die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In het Beleidsplan en het Uitvoeringsplan Vernieuwing Sociaal Domein hebben we de richting aangegeven hoe we deze rijksbezuinigingen structureel willen opvangen. Wij hebben daarbij nog steeds te maken met onzekerheden, omdat zorgaanbieders nog steeds in een ontwikkel/groeifase van dit veranderende sociaal domein zitten en ook wijzelf nog deels in opbouw zijn om optimaal uitvoering te geven aan deze extra taken. Op grond van gegevens over werkelijk verleende zorg door zorgaanbieders en de daarbij behorende kosten, hebben wij een steeds secuurder beeld kunnen vormen van de werkelijke financiële impact van deze decentralisaties en de risico’s die onze gemeente daarbij loopt.

Het risico sociaal domein onderscheiden wij in een risico op zorggebruik, een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico huisvesting van de WIJ-teams.

Het risico op zorggebruik houdt in dat onzeker is in hoeverre afgegeven indicaties daadwerkelijk worden besteed. Het benodigde zorgbudget voor Wmo begeleiding in de begroting is berekend op basis van de indicatiewaarde en de verzilveringspercentages tot en met augustus 2016. De actualisatie bij de jaarrekening ten aanzien van de omvang van het risico ramen we op  3,0 miljoen euro (kans * effect).

Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparing van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  De getroffen maatregelen om deze transformatie te realiseren betreffen o.m. de organisatie van de toegang via de WIJ-teams, herindicaties en investeringen in innovatie. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren hebben we in onderzoek. Het risico dat hieraan verbonden is, is niet gewijzigd en bedraagt  0,9 miljoen euro(kans * effect). Voor de jaren 2018 en 2019 2,8 miljoen euro en voor 2020 3,2 miljoen euro .

Voor de huisvesting WIJ-teams zijn en worden door Directie-Vastgoed huurcontracten afgesloten voor 5 jaar. Daarnaast doen wij investeringen in eigen panden met een afschrijvingstermijn van gemiddeld 12,5 jaar. Met het oog op de huidige discussie over de toekomst van de WIJ-teams en de locaties na 2017, betekent dit een risico van maximaal  0,25 miljoen euro (kans * effect).

De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik, transformatie en huisvesting WIJ) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2017 op  4,1 miljoen euro (kans * effect). In de jaren daarna neemt het risico toe door toename van het risico bij de transformatie.

Bij de jaarrekening 2015 was het risico VSD nog 16,3 miljoen euro. De daling is veroorzaakt door het verlagen van het risico op inkoop 2017 als gevolg van de geactualiseerde indicatiewaarde in combinatie met de geëxtrapoleerde verzilveringspercentages op basis van werkelijk ontvangen en betaalde facturen. Daarnaast zorgt de inzet van extra beleidsmiddelen voor beperking van het risico. Het risico loopt na 2017 op doordat de transformatie-opgave toeneemt. We zullen na 2017 in staat zijn een betere risico-inschatting te maken omdat we meer inzicht hebben in het zorggebruik en de substitutie die plaatsvindt.

Risicobedrag 2017

4,1 miljoen euro

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

6,0 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

6,0 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

6,5 miljoen euro

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart 2014

Actie

Eind 2016 is er een stadsbrede dekking van WIJ-teams. Binnen deze teams moet de omslag plaatsvinden van ‘hulpverlenen’ naar ‘ondersteunen en faciliteren’. Voor zowel het zorggebruik- als transformatie risico geldt dat naarmate meer informatie beschikbaar is en we het beter kunnen monitoren het zorggebruik en transformatie effect nauwkeuriger in de begroting kunnen ramen. Hiermee zal het begrotingsrisico verminderd kunnen worden. 
Wat betreft het risico huisvesting WIJ-teams geldt dat zolang het huidige beleid ten aanzien van huisvesting WIJ-teams wordt voortgezet zal het risico zich niet voordoen.

Programma 5

Naam risico  

Wijziging in btw-regelgeving en sport

Programma 5

Sport en bewegen

Omschrijving

Het Rijk is van plan het Sportbesluit aan te passen. Een van de aanpassingen is waarschijnlijk de btw-vrijstelling op (oude) investeringen en onderhoud van (sport)accommodaties. We lopen een structureel risico van 1,4 miljoen euro en een incidenteel risico van 1,5 miljoen euro in verband met de btw op (oude) investeringen. Omdat het Rijk nog een wetsvoorstel moet indienen gaan we ervan uit dat het risico zich op zijn vroegst voordoet vanaf 2018.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

1,4 miljoen en 1,5 miljoen euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

 1,4 miljoen euro 

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

1,4 miljoen euro  

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

1,4 miljoen euro structureel en 1,5 miljoen euro incidenteel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

We hebben de financiële gevolgen aangeleverd bij het VNG. VNG en VSG pleiten er nog steeds voor om af te zien van de voorgenomen wetswijziging. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Bedrijfsrisico Sport050

Programma 5

Sport en bewegen

Omschrijving

Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van ca. 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die omzet is circa 5,6 miljoen miljoen.

Risicobedrag 2017

560  duizend euro

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

560 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

560 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

560 duizend euro

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Programma 6

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen OPSB en CBK

Programma 6

Cultuur

Omschrijving

Een deel van de inkomsten van de directies Oosterpoort Stadsschouwburg (OPSB) en het Centrum Beeldende Kunst (CBK) is afhankelijkheid van de economische conjunctuur. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 8 miljoen euro.
Het aandeel van de OPSB bedraagt circa 7,6 miljoen euro en het aandeel van het CBK circa  350 duizend euro.

Risicobedrag 2017

800 duizend euro

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

800 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

800 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

800 duizend euro

Kans 2020

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Naam risico  

Fusie Kunstencentrum/Muziekschool

Programma 6

Cultuur

Omschrijving

In 2013 is de fusie van de Stedelijke Muziekschool en het Kunstencentrum Groningen gerealiseerd en de nieuwe organisatie Vrijdag gevormd. Medio 2016 is deze fusie geëvalueerd. Op 29 juni 2016 heeft uw raaad besloten om de lening, die destijds aan Vrijdag is verstrekt, kwijt te schelden en de al afgeloste termijnen en de daarover gerekende rente te vergoeden. Deze kwijtschelding geeft Vrijdag een eigen vermogen waarbinnen zij de mogelijkheid heeft om haar bedrijfsvoering aan te passen en daarmee meer inkomensten te genereren en de indirecte kosten te reduceren.
 
Het eerder gemelde risico in verband met het opvangen van uitkeringsrechten bij een mogelijk faillissement en/of liquidatie is daardoor in 2017 verlaagd naar 1 miljoen euro..

Risicobedrag 2017

1 miljoen euro

Kans 2017

25%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2013

Actie

Geen verdere actie benodigd.

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma 6

Cultuur

Omschrijving

Door de verwachte latere opening van het gebouw ontstaat een risico voor tekorten in de exploitatie van het Groninger Forum. Het risico treedt pas op na opening. 

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

0%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

Programma 7

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma 7

Verkeer

Omschrijving

In de meerjarenprognose 2012 is een eerste aanzet gegeven voor een gevoeligheidsanalyse om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s en het benodigde weerstandsvermogen. Door de toename van de omvang van de vastgoedportefeuille (vooral parkeergarages) nemen de risico’s ook navenant toe.
Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, ov-bijdrage, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren.
Op basis van de meerjarenprognose 2016 is het incidentele risico gekwantificeerd op  3,06 miljoen euro voor de periode 2017-2020. Rekening houdend met de kans van optreden vraagt dit een weerstandsvermogen van 2,7 miljoen euro voor de periode tot en met 2020.
Voor de gehele looptijd (doorgerekend tot en met 2026) bedraagt het risicobedrag circa 12,1 miljoen euro (2015 14,8 miljoen euro  over de periode tot en met 2025). Rekening houdend met de kans van optreden komt dit neer op een benodigd weerstandsvermogen van 10,1 miljoen euro. De afname van 2,7 miljoen euro wordt verklaard door:    - lagere ROP 
-/-  0,3 miljoen euro
- vervallen bijdrage OV-bureau   -/-  0,75 miljoen euro
- lager risico bij de bezetting van het forum en Damsterdiep  -/- 2,1 miljoen euro
- hoger risico bezetting boterdiep     +/+  0,8 miljoen euro
- lager risico bij de naheffingen straatparkeren    -/- 0,6 miljoen euro

Risicobedrag 2017

2,72 miljoen euro

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

3,62 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

4,43 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

4,95 miljoen euro

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Verkeer en vervoersprojecten

Programma 7

Verkeer

Omschrijving

De risico's bij verkeersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de omvang van de investeringskosten.  Vooraf worden de risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.
Bij kleinere verkeersprojecten (onder de 5 miljoen euro) houden we geen rekening met een risico. Deze projecten worden uitgewerkt tot en met het definitief ontwerp voordat een kredietaanvraag wordt gedaan. In de praktijk blijken zich op deze projecten nauwelijks afwijkingen voor te doen. Bij de grote verkeersprojecten houden we rekening met een risico van 10% van de investeringskosten.

Voor de projecten verkeer en vervoer wordt de omvang van de risico's ingeschat op 2,8 miljoen euro. Hierin is ook rekening gehouden met een onvoorzien deel, waarmee het risico van nieuwe verkeersprojecten kan worden opgevangen.

De investeringen die voortvloeien uit de Netwerkanalyse zijn buiten beschouwing gelaten. We beschouwen deze kredieten als taakstellend. Als een afzonderlijke maatregel goedkoper of duurder uitvalt kan tussentijds worden bijgestuurd. We achten het risico minimaal en hebben deze projecten daarom buiten de risicoberekening gelaten.

Risicobedrag 2017

2,8 miljoen euro

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

2,8 miljoen euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

2,8 miljoen euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

2,8 miljoen euro

Kans 2020

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Voorafgaand aan investeringen worden risico’s van verkeersprojecten zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Daarnaast wordt per project de mogelijkheid bekeken om bij te sturen.

Programma 8

Naam risico  

Bezwaarprocedures bouwleges

Programma 8

Wonen

Omschrijving

Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het totale risico is gekwantificeerd op 414.000. De kans is geschat 50%. Rekening houdend met de kans op voordoen komen wij op een benodigd weerstandsvermogen van  207.000.

Risicobedrag 2017

414.000

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/
Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risico project Warmtenet BV/Geothermie

Programma 8

Wonen

Omschrijving

WarmteStad is gelijktijdig met het opstellen ven de business case gestart met risicomanagement. In verschillende fasen zijn er risicosessies geweest en tussentijds is er steeds aandacht geweest voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Hiervoor is gebruik gemaakt van de online tool RiskID om dit proces consistent en effectief te laten verlopen. Voor het onderdeel geothermie zijn bovenop het reguliere proces van risicomanagement nog aparte sessies georganiseerd met landelijk erkende specialisten en ervaringsdeskundigen op gebied van geologie, mijnbouw en geothermie. Zo is gedurende het proces structureel aandacht voor risico's geweest en zijn veel risico's geminimaliseerd, gepasseerd en beheerst. De resterende risico's zijn financieel vertaald in de business case. Bepalend voor de hoogte ven het weerstandvermogen zijn drie risico's:
1. Geothermische bron functioneert niet:
2. Onderneming presteert financieel minder den de prognose:
3. Faillissement.
In de begroting 2016 is  1 miljoen euro gereserveerd als weerstandsvermogen voor het verstrekken van 7 miljoen euro aandelenkapitaal voor Geothermie Noordwest. Dit is 14% van  7 miljoen euro. Beoordeeld is of dit bedrag voldoende is.

1) Geothermische bron functioneert niet
Wanneer de geothermische bron onverhoopt geen of onvoldoende vermogen levert is 85% van de ondergrondse investeringen vanuit de Regeling Nationale EZ Subsidies (RNES) afgedekt. 15% van dit risico is voor de initiatiefnemer. Naast het restrisico op de boorkosten ( 1,5 miljoen euro) is er dan sprake van extra stookkosten ( 1,5 miljoen euro) voor de overgangsperiode ven twee jaar tot ingebruikname biomassacentrale.
Samen vormt dit 3 miljoen euro. De warmteonderneming die verder gaat op biomassa willen wij niet belasten met een restschuld uit de mislukte geothermische bron. Uitgaande van een risicoverdeling die we nu voorzien tussen gemeente/Waterbedrijf Groningen/Provincie Groningen is het gemeentelijk aandeel in dit risico circa 1,3 miljoen euro.
Voor beide andere risico’s zijn de beheersmaatregelen voldoende.

Risicobedrag 2017

1,3 miljoen euro

Kans 2017

100%

Risicobedrag 2018

 1,3 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

1,3 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

1,3 miljoen euro

Kans 2020

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Programma 9

Naam risico  

Aanpak spoedlocaties en overige risico's bodemsanering

Programma 9

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen gesaneerd of beheerst zijn die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties). Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn in 2015 beheerst of gesaneerd.
Daarnaast kunnen zich, los van de spoedlocaties, nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). Er wordt een risicobedrag van 2,2 miljoen euro gehanteerd. Voor de kosten van bodemsaneringen, het afdekken van mogelijke schadeclaims en onvoorziene zaken is de bestemmingsreserve bodemsanering beschikbaar.

Risicobedrag 2017

2,2 miljoen euro

Kans 2017

75%

Risicobedrag 2018

2,2 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

2,2 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

2,2 miljoen euro

Kans 2020

75%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Naam risico  

Commerciële dienstverlening Stadsbeheer

Programma 9

Onderhoud en beheer van de openbare ruimte

Omschrijving

Vanaf november 2009 hebben wij aangegeven dat de omzet en de marge van de bedrijfsafvalinzameling onder druk staan. Dit kwam door de blijvende scherpe concurrentie, mede als gevolg van de recessie. Door aanpassingen in de begroting, herstel van de economie en efficiencyverbeteringen bij de afvalinzameling is dit risico met ingang van de rekening 2014 verkleind, maar nog aanwezig.

Risicobedrag 2017

Kans 2017

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/
Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

November 2009

Actie

Dit risico kan vervallen

Programma 12

Naam risico  

Stijging pensioenpremie

Programma 12

College, raad en gebiedszaken

Omschrijving

Het bestuur van het pensioenfonds ABP waarschuwt voor het risico dat de pensioenpremie volgend jaar moet stijgen. De VNG adviseert gemeenten hier rekening mee te houden in de begroting voor 2017.  Een stijging van het de kosten voor gemeenten kan worden voorkomen door de pensioenregeling aan te passen. Werkgevers moeten hierover met bonden in gesprek, zodat de premie niet of beperkt hoeft te stijgen. Als werkgevers en bonden niet tot overeenstemming komen dan leidt een premiestijging tot een stijging van de personeelskosten van mogelijk ruim 2% in 2017.
Gelet op de onzekerheid of en in welke mate een stijging van de pensioenpremie zich gaat voordoen nemen we in de begroting 2017 een risico op. Het gaat om een structureel risico van 2,6 miljoen en een kans van optreden van 50%.

Risicobedrag 2017

Kans 2017

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

Heeft zich inmiddels voorgedaan. Risico kan vervallen.

Programma 13

Naam risico  

Renterisico

Programma 13

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de in het voorjaar bij het meerjarenbeeld verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2017

0

Kans 2017

50%

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

50%

Structureel/
Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

We hebben een rente egalisatie reserve waarmee schommelingen in het resultaat als gevolg van de renteontwikkeling opgevangen kunnen worden. De omvang van deze reserve is 1,75 miljoen euro. Bij vaststelling ROP houden we rekening met toekomstige rente stijgingen.

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma 13

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het
gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. De huidige raming
van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2016.

Vanaf 2015 is landelijk circa 10 miljard euro toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering
van de decentralisaties in het sociaal domein. De omvang van het gemeentefonds stijgt hierdoor
landelijk tot circa 27 miljard euro in 2016. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste
uitgavenpost op de rijksbegroting. Groningen ontvangt voor de uitvoering van de decentralisatie
175,3 miljoen euro in 2016 (stand decembercirculaire 2016).
De middelen komen in de periode 2015-2017 beschikbaar via een integratie-uitkering in
het gemeentefonds. Het voornemen is de middelen vanaf 2018 over te hevelen naar de algemene
uitkering. Duidelijkheid hierover wordt verwacht in de meicirculaire 2017.

Op 8 juli 2016 heeft het Rijk de nieuwe verdeling per 2017 van het onderdeel VHROSV in het
gemeentefonds bekend gemaakt. De nieuwe verdeling houdt in dat de eerder voorgestelde
herverdeling per 2017 opnieuw voor 33% wordt doorgevoerd (per 2016 is 33% van de voorgestelde
herverdeling doorgevoerd). Hiermee komt het aandeel van de nieuwe verdeelformule uit op 66%.
Met deze aanvullende stap van 33% rond het Rijk de herverdeling van het subcluster VHROSV (en
daarmee het gehele groot onderhoud aan het gemeentefonds) af. Er blijven volgens het Rijk teveel
onzekerheden bestaan om over te gaan tot het volledig en onverkort invoeren van de voorgestelde
nieuwe verdeelformule voor het subcluster VHROSV. De openstaande vraagpunten kunnen het best
worden meegenomen in het kader van de fundamentele herziening van de gemeentelijke financiële
verhoudingen die voor de komende tijd op stapel staat. Dit betreft een meerjarig herzieningstraject
dat momenteel wordt uitgevoerd.

Het BTW-compensatiefonds (BCF) is in stand gebleven. Aan de omvang van dit fonds is een plafond
gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. In de septembercirculaire 2016 is de verwachte benutting van het BCF geactualiseerd. Het Rijk verwacht
een lagere onderschrijding op het fonds dan eerder geraamd. De negatieve bijstelling wordt
verrekend met de algemene uitkering. Aangezien we geen betrouwbaardere inschatting kunnen
maken van een tekort of overschot op dit fonds nemen we de raming van het rijk op in de algemene
middelen. Wanneer hier een actualisatie op plaats vindt, verrekenen we deze ook met de
algemene middelen.

Risicobedrag 2017

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 22,6 miljoen euro (naar boven of naar beneden), waarbij de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel.

Kans 2017

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifiek weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.