Inhuur derden
Onder externe inhuur verstaan we personen die:
- Werk doen voor de gemeente Groningen én
- Geen (vaste of tijdelijke) ambtelijke aanstelling hebben én
- Werken binnen de organisatie én
- Werken onder aansturing van een lijnfunctionaris van de gemeentelijke organisatie.
Wie in opdracht van de gemeente werk doet vanwege bijvoorbeeld uitbesteding of een opdracht maar niet werkt binnen de organisatie, rekenen we niet tot de externe inhuur. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om advocaten, notarissen, accountants, stratenmakers en externe coaches.
Effectindicatoren
Indicatoren (en) | Behaald | Beoogd | Behaald |
---|---|---|---|
Inhuur derden als % van loonsom vorig jaar
| 13,2% | 10% | 10,3%* |
*Volgens de landelijke definitie van het Besluit Begroting en Verantwoording: %inhuur = kosten externe inhuur gedeeld door de totale loonsom plus kosten externe inhuur
Hoe staan we ervoor?
De realisatie van reguliere externe inhuur is 10,3% (23,2 miljoen euro). Dit is inhuur voor specialismen die we niet binnen onze eigen organisatie voorhanden hebben.
De extra inhuur bedraagt 4,9% (10,8 miljoen euro). De organisatie is momenteel volop in beweging. Dit is zichtbaar in het percentage extra externe inhuur. We werken vanuit het principe dat werk dat structureel is ook structureel wordt ingevuld, tenzij onderdelen voor een reorganisatie of outsourcing staan. In die gevallen huren we in, zodat we boventalligheid voorkomen en we flexibel om kunnen gaan met veranderingen.
- We plaatsen een aantal onderdelen buiten de gemeente (ICT, belastingen). Vacatureruimte binnen deze onderdelen vullen we op met tijdelijke inhuur.
- De groei van de WIJ-organisatie vangen we op met externe inhuur.
- Bij de directie Maatschappelijke Ontwikkeling wordt externe inhuur gebruikt om flexibel in te kunnen spelen op de nieuwe taken
- Bij Stadsontwikkeling gebruiken we onze flexibele schil om adequaat te kunnen reageren op een toenemende vraag aan capaciteit. Door het onvoorspelbare verloop van het economische herstel komt de vraag schoksgewijs los. Hierdoor is vooraf niet altijd exact in te schatten hoeveel extra capaciteit nodig is. Dit is mede afhankelijk is van het wel/niet doorgaan van grote investeringsprojecten.
Van de totale externe inhuur van 34 miljoen euro is 13 miljoen euro gedekt uit vacatureruimte.
Wat wilden we bereiken in 2016?
In 2016 wilden we het percentage externe inhuur verder terugbrengen naar 10% van de loonsom. Deze ambitie komt voort uit een afspraak met de raad om de inhuur stapsgewijs terug te brengen. Dit vraag een zorgvuldige afweging van de organisatie bij de inhuur van extern personeel. We blijven echter werken met een flexibele schil. Dat is een goed doordachte keuze in de bedrijfsvoering. Hierdoor kunnen we efficiënter inspelen op wisselingen in de capaciteitsbehoefte, bijvoorbeeld bij ziekte of voor het uitvoeren van projecten. Bovendien is het voor sommige functies wenselijk om te blijven werken met externe inhuur. Het kan gaan om specialismen die we niet in huis hebben of willen hebben. Ook spelen we met externe inhuur snel in op piekbelasting zonder de (financiële) verplichting als dat niet meer nodig is. Inhuur is dan goedkoper dan ambtelijke invulling.
Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?
- Ook in 2016 hebben we geprobeerd zoveel mogelijk eigen medewerkers in te zetten op tijdelijke vacatures;
- Mobiliteit is als strategisch thema nadrukkelijker op de agenda gezet;
- Eind 2016 heeft dit geleid tot de notitie ‘Kansen voor beweging’. Onderdelen van deze notitie betroffen in 2016 het verbreden van de mobiliteitspool, het opzetten van een werkleer-traject voor projectleiders en het opzetten van een klussenbank. In 2017 vindt de verdere uitrol van de notitie plaats.